top of page
Klasmeubels
Hoe zie je het?
  • Door te beschrijven hoe we ons voelen en kinderen en anderen aan te moedigen om te beschrijven en te laten zien hoe ze zich voelen.

  • In staat zijn om na te denken over hoe we denken en voelen en hoe dit ons gedrag verandert.

  • Door een alledaagse benadering, onthouden dat kleine dingen tellen.

  • Door emotionele behendigheid – gevoelens kunnen herkennen en gedrag kunnen aanpassen.
     

Wat kunnen we doen om te stimuleren?
  • Door een alledaagse benadering te gebruiken en gevoelens en gedachten te onderzoeken vanuit het perspectief van een kind - door hun ogen.

  • Door te vragen - "Wat denk en voel je nu?". Ontdek wat hun dag goed maakt. Hiervoor zijn tools zoals het 'Make My Day Boek' en 'Make-my-day- kaartjes'

  • Het 'Make My Day Dagboek' moedigt studenten aan om na te denken over welke delen van hun dag het meest of het minst stressvol zijn en hoe hun gedrag daardoor zou kunnen veranderen. Dit geeft de mogelijkheid om zelfbewustzijn te ontwikkelen en gedrag aan te passen.

  • Het kind kan ons helpen begrijpen wat voor hen werkt en wat minder effectief is. Dit bouwt ons begrip en ook hun zelfbewustzijn op.
     

 

Zelfbewustzijn

Wat is het?

Het vermogen om onze eigen emoties, gedachten en waarden te begrijpen en hoe deze onszelf en anderen beïnvloeden. Het houdt ook in:  het perspectief van het kind begrijpen.

​

Self-awareness

leraren

Goldenrod Haze_edited_edited.jpg

 

Zelfmanagement

Wat is het?

Het effectief beheersen van je gevoelens, gedachten en gedrag in verschillende situaties om een (mogelijk) probleem effectief en doelgericht aan te pakken.

 

Hoe zie je het?

De leerling:

  • Herkent en benoemt emoties.

  • Legt uit hoe emoties, gedachten en gedrag met elkaar samenhangen.

  • Herkent gedragsketens (oorzaak-gevolg).

  • Gebruikt technieken om impulsief gedrag te voorkomen.

  • Gebruikt technieken om zichzelf te kalmeren als situaties escaleren.

  • Weet wat zijn gedrag bij de ander veroorzaakt.

  • Kan zijn rol noemen in een uit de hand gelopen situatie.

  • Is in staat om zijn emoties, gedachten en gedrag effectief te beheersen in verschillende situaties en om doelen en ambities te bereiken.  

 

Wat kunnen we doen om te stimuleren?
  • SEL-scan voor de leraar.

Als docent is het belangrijk om stil te staan bij ons zelfmanagement. We kunnen gebruik maken van onderstaande 'Zelfmanagement - scan': Hoe goed scoor je zelf op...

  • Beheersing van emoties bij stress

  • Handelen met een doel

  • Volharden in moeilijke situaties

  • Op tijd hulp zoeken

  • Feedback van anderen gebruiken

 

  • Het modelleren van zelfmanagementgedrag als leraar of ondersteunend personeelslid.

Bij het modelleren kan het nuttig zijn om de leerlingen om het gedrag te benoemen zodat ze zich er van bewust worden.

Het is belangrijk om de kinderen strategieën aan te bieden, zodat ze zelf kunnen ervaren wat werkt. Kikker in Rust biedt zulke mogelijkheden.

​

  • Kikker in rust.

'Kikker in Rust' is een rustbank in de klas waar kaarten te vinden zijn met oefeningen die leerlingen kunnen doen om rust te vinden en hun emotionele toestand te kunnen kalmeren bijv. een glas water drinken, wandelen op de speelplaats, een boek lezen, tekening maken, ...

Een leerling die op een bankje gaat zitten kan ook een signaal zijn voor de leraar om te reageren en te vragen: "Wat is er aan de hand en wat heb je nodig om je beter te voelen?"
 

Selfmanagment
Image by Tengyart
Social-awarness

 

Sociale bewustzijn

Wat is het?

Het vermogen van een persoon om het perspectief van anderen te overwegen en de gevoelens, gedachten en het gedrag van iemand anders te begrijpen.

 

Hoe zie je het?
  • Kunnen laten zien en begrijpen hoe leerlingen zich voelen.

  • Het perspectief van de leerlingen kunnen zien.

  • Aan anderen (leerlingen) kunnen vragen hoe zij zich voelen en denken.

  • Verschillen en overeenkomsten kunnen zien in de gevoelens van de leerlingen.

  • Begrijp de non-verbale taal van de leerlingen.

 

Wat kunnen we doen om te stimuleren?
  • Bekijk en reflecteer op de filmtrailer “ inside out ”

De animatiefilm 'Inside Out'  volgt vijf gepersonifieerde emoties: Vreugde, Verdriet, Angst, Woede en Walging. Filmmakers raadpleegden psychologen en neurowetenschappers om een grotere nauwkeurigheid te bereiken in hun weergave van de geest. Het kan een nuttig en plezierig hulpmiddel zijn om sociaal bewustzijn te verkennen.

  • Breng verschillende emoties in de klas in beeld en laat de leerlingen raden welke dat zijn.

  • Gebruik en herken verschillende emoticons.

  • Actief luisteren: volledige aandacht schenken wanneer anderen spreken.

  • Overweeg en reflecteer over enkele dilemma's. Wat is het probleem in de volgende situatie? Hoe voelen de leerlingen zich? Kunnen we de situatie verbeteren? Wat zou onze rol kunnen zijn?

Situatie 1. Een leerling vindt het erg moeilijk om vrienden te maken. Vandaag zag je ze geïsoleerd staan, in een hoekje, terwijl anderen gezellig samen speelden.

Situatie 2. Een leerling dreigt woedend te reageren als leeftijdsgenoten hem een 'mietje' noemen.

Situatie 3. Bij een presentatie van een leerling is een leerling zichtbaar geschokt als hij merkt dat zijn ouders niet aanwezig waren.

  • Make my day- Boek

Kinderen van 6 jaar in Cornwall, VK hebben een boek gemaakt met de titel "Make My Day" . Ze hebben ook enkele kaarten gemaakt die twee vragen stellen: "Wat maakt jouw dag?" en "Hoe kun je de dag van iemand anders maken?"
 

Kids Spelen Tug of War

 

Sociale vaardigheden

Wat is het?

Het vermogen om positief om te gaan met leeftijdsgenoten en volwassenen om effectief zich aan te passen aan sociale situaties.

Vaardigheden voor het opbouwen van relaties zijn een combinatie van zachte vaardigheden (bijv. vriendelijkheid, samenwerking, communicatie) die een persoon toepast om contact te maken met anderen en positieve relaties te vormen.
 

Hoe zie je het?

Deze vaardigheden demonstreren om relaties te onderhouden en te versterken:

  • Duidelijk communiceren

  • Actief luisteren

  • Non-verbale communicatie

  • Samenwerking met anderen

  • Weerstaan aan of omgaan met ongepaste sociale druk

  • Constructief onderhandelen over conflicten

  • Hulp zoeken en aanbieden waar nodig

  • Alledaagse daden van vriendelijkheid
     

sdsx.png
Wat kunnen we doen om te stimuleren?
  • Integreer een Make My Day-aanpak in elke dag.

  • Creating we:

'Creating We' is een model dat zich richt op het opbouwen van een gevoel van samenhorigheid, gedeelde activiteit en verbondenheid. Het erkent dat wanneer we relaties aangaan, we een gedeelde geschiedenis, manieren van gedrag, een gevoel van wederzijds begrip en soms zelfs een unieke taal creëren. Bij 'Creating We' gaat het om een gedeelde verantwoordelijkheid in plaats van 'ik' en 'jij'. Het erkent dat we onze eigen unieke bijdragen aan een relatie leveren en door interactie mengen we ze om gedeelde ervaring en begrip te creëren - het 'wij'. Het model erkent ook dat de relatie zal worden beïnvloed door de omstandigheden en context waarin deze plaatsvindt, bijvoorbeeld sociale omgeving, school, anderen, zoals leraren, studenten, ouders, overheid.

  • Stimuleer en oefen elke dag vriendelijkheid.
     

Relationship skills
Studenten tijdens de pauze
Self-regulation

 

Zelfregulering

Wat is het?

Een reeks vaardigheden die leerlingen gebruiken om zichzelf te reguleren, hun gevoelens en gedachten te herkennen en beheersen, en om hun gedrag te plannen en te monitoren.

Na verloop van tijd moeten kinderen overgaan van eerst gereguleerd worden door volwassenen om daarna zichzelf te leren reguleren.

Veel mensen gebruiken de metafoor van zelfregulering als luchtverkeersleider in de geest - het beheersen van de vele gedachten en gevoelens die gepaard gaan met de uitdagingen en verwachtingen van het leven, zoals proberen vliegtuigen veilig te landen op de luchthaven. De zelfregulator moet sommige vliegtuigen snel laten landen, andere vragen om wat meer rond te vliegen, terwijl hij anderen helpt opstijgen.

Als angst en stress te veel worden, kan het mensen ervan weerhouden om alle vliegtuigen (gedachten en gevoelens) te beheren en ervoor zorgen dat sommigen crashen of niet opstijgen.

​

Hoe zie je het?

Wanneer we een doel moeten bereiken, moeten we onszelf reguleren.

Bijvoorbeeld: een goede vriend zijn, nieuwe dingen leren, het juiste doen als leraar of ouder, of een uitdaging aangaan, we moeten de dingen in de juiste volgorde doen.

Eerst denken we na over de situatie, beslissen dan wat we gaan doen, zetten dan de eerste stappen en houden de juiste stappen bij, totdat we uiteindelijk het doel bereiken.
 

Wat kunnen we doen om te stimuleren?

We kunnen:

  • Nadenken over onze gevoelens en gedachten en zich hiervan BEWUST worden. We kunnen over verschillende opties nadenken voordat we handelen.

  • eerst PLAN, dan verder zetten.

  • STOP even.

  • CONTROLEER de situatie.

  • Overweeg verschillende ALTERNATIEVEN.

  • Beslis over STRATEGIE.

  • Kijk hoe anderen het doen.

  • Vraag om hulp.

  • Doe samen met de leerlingen dingen om hen te helpen zelfstandig vaardig te worden.

  • Wees een rolmodel in zelfregulering.

  • Redeneren met de studenten over verschillende opties, de stappen die ze kunnen nemen en opvolgen.
     

Image by Byron Sterk
Working memory

 

Werkgeheugen

Wat is het?

Werkgeheugen verwijst naar het vermogen om relevante informatie op te slaan en te gebruiken indien nodig. Ons werkgeheugen stelt ons in staat om informatie tijdelijk op te slaan terwijl we iets anders doen. Wanneer we een bepaald stukje informatie nodig hebben voor een taak, kunnen we het ophalen. Het hangt nauw samen met aandacht en afleiding. Het werkgeheugen is belangrijk om te putten uit informatie die we nodig hebben om taken uit te voeren en doelen te bereiken.
Werkgeheugen is een belangrijke vaardigheid bij leren, schoolse prestaties en bij het oplossen van problemen.
 

Hoe zie je het?

Het werkgeheugen is vaak gerelateerd aan aandacht. Het wordt getoond in activiteiten waarbij met bepaalde informatie in ons geheugen moet worden gewerkt terwijl een andere stap in een taak wordt voltooid en vervolgens de informatie uit het geheugen terughaalt.

​

Wat kunnen we doen om te stimuleren?

Er zijn veel activiteiten waarbij het werkgeheugen wordt gebruikt die leraren op school kunnen doen. Bijvoorbeeld:

  • Het spel "Simon says".

  • Een verhaal bedenken en vertellen in een groep: de eerste leerling zegt de eerste zin, de tweede herhaalt deze en bedenkt een tweede zin; de derde herhaalt ze allebei en voegt een derde zin toe (enzovoort).

  • We kunnen taken opsplitsen in kleinere subtaken, bv. Franse woorden leren: verdeel alle woorden in blokken van 7 woorden per dag.

  • We kunnen leerlingen vragen om nieuwe informatie te herhalen en hen te helpen deze te verbinden met wat ze al weten.

  • We kunnen ze leren hoe ze hun eigen hulpmiddelen kunnen maken en gebruiken, zoals het maken van aantekeningen.
     

Iceland January 2017_edited.jpg
Inhibition

 

Impulscontrole

Wat is het?

Het vermogen om ongepast gedrag te onderdrukken en irrelevante stimuli of afleidingen te negeren. Remming kan bewust of onbewust zijn en helpt impulsieve acties te voorkomen.

 

Hoe zie je het?
  • Leerlingen kunnen een opdracht afmaken terwijl andere leerlingen praten.

  • Leerlingen kunnen wachten op hun beurt, bijvoorbeeld in een spel.

  • Leerlingen kunnen stoppen met spelen als de schoolbel gaat.

  • Leerlingen kunnen naar de leraar luisteren, zelfs als een andere leerling aan het praten is.
     

Wat kunnen we doen om te stimuleren?
  • Tijd geven om eerst na te denken voordat u een leerling vraagt om te reageren.

  • Wisborden gebruiken in de klas (eerst opschrijven, dan het antwoord delen).

  • Bespreek eerst met een andere leerling en geef daarna een antwoord.

  • Vraag de leerlingen om in hun hoofd tot 10 te tellen voordat ze een antwoord geven.

  • Een timer gebruiken.

  • Bordspellen spelen en erover nadenken: “Hoe is het je gelukt om op je beurt te wachten?”, “Heb je alle regels begrepen?”…
     

Image by Anne Nygård
Cognitive flexibility

 

Cognitieve flexibiliteit

Wat is het?

Cognitieve flexibiliteit is het gemakkelijk kunnen aanpassen of veranderen van regels in nieuwe situaties. Het is ook de vaardigheid om snel en nauwkeurig te schakelen tussen het uitvoeren van twee (of meer) verschillende taken.

 

Hoe zie je het?
  • Bij het overschakelen van spelen naar huiswerk maken.

  • Bij gemixte oefeningen rond optellen en aftrekken.

  • In een samenwerking: het perspectief van anderen begrijpen.

  • Door van aanpak te veranderen als het niet werkt.

  • Voorbeeld: dit video - experiment, 'Dag en nacht schakelen'

In dit voorbeeld is de zon = ochtend en de maan = avond. De leerling wordt geïnstrueerd om het tegenovergestelde te zeggen. Als de kaarten elkaar snel opvolgen, geeft de leerling de antwoorden die ze kennen, namelijk zon = ochtend, maan = avond. Wanneer de leerling door een rijm wordt aangespoord ("Denk na over het antwoord, vertel het me niet") om eerst over het antwoord na te denken en niet meteen het antwoord te geven, kunnen ze het doen.  De bedenktijd is een belangrijke voorwaarde voor het trainen van cognitieve flexibiliteit. 
 


Wat kunnen we doen om te stimuleren?
  • Hang rekenregels duidelijk en zichtbaar in de klas.

  • Toon het dagschema in een weekschema.

  • Benoem 5 minuten voor het einde van een taak aan en visualiseer dit. Daarna zal de overgang soepeler verlopen.

  • Gebruik een tijdschakelaar.
     

Problem solving
mediteren

 

Probleemoplossing

Wat is het?

Probleemoplossend denken en handelen is het vermogen om een probleem te erkennen en daar een plan voor te bedenken.

 

Hoe zie je het?
  • Een klasgesprek kunnen leiden na een conflict.

  • In een kring zitten praten over het oplossen van problemen.

​

Wat kunnen we doen om te stimuleren?
  • Oefen met het gebruik van verschillende leerstrategieën, zoals het maken van een mindmap, jezelf bevragen, oefeningen opnieuw maken, trefwoorden markeren...

  • Reflectievragen (PLAN, DO, CHECK, ACT).

  • Schat de resultaten zelf in.

  • EF-spellen zoals Monopoly, Jenga, schaken, dammen, slagschip…

  • Smart games

  • Literatuur: vragen voor boekbespreking aanvullen: "Wat zou een oplossing kunnen zijn".

  • Specifieke boeken bijv. Nieuwsgierig aapje

  • Wondervraag: "Wat zou je doen als je...?"

  • Groeimindset:

Groeimindset een manier van denken dat mensen helpt om van een negatieve gedachte naar een positieve te gaan waarin ze iets kunnen doen. Het is een verschuiving van een 'vaste' naar een 'groei'-mentaliteit.

  • In plaats van..., probeer...:

Ik kan dit niet ->  Wat moet ik leren?

Ik ben hier de beste in -> ik word hier steeds beter in.

Ik snap dit helemaal niet -> Wat heb ik nodig om dit beter te begrijpen?

Ik geef het op -> Laat me het op een andere manier proberen.

Dit is te moeilijk voor mij -> Het kost tijd en moeite om dit te leren.

Ik heb te veel fouten gemaakt -> Door fouten te maken, kan ik leren.

Ik kan niet beter doen dan dit -> ik blijf het proberen.

Ik zal nooit zo goed zijn als jij -> Hoe heb je dit voor elkaar gekregen?

Dit is goed genoeg -> kan ik het beter doen?

Plan A werkt niet -> Gelukkig heeft het alfabet nog 25 andere letters.
 

hoofd1.png
hoofd2.png
Image by Susan Q Yin
Planning and organisation

 

Planning en organisatie

Wat is het?

De vaardigheden die nodig zijn om het werk te plannen, prioriteiten te stellen in taken, tijd in te schatten en het werk te organiseren.

​

Hoe zie je het?
  • Bij het maken van de schooltas.

  • Bij het voorbereiden van een grote taak (bijv. boekpresentatie).

  • Bij het maken van een planning voor de week.

  • Bij het organiseren van huiswerk.

  • Bij het maken van kunst of creatieve opdrachten.

  • Bij het spelen van een bordspel.
     

Wat kunnen we doen om te stimuleren?
  • Een grote taak opsplitsen in kleinere stukken.

  • Een planner gebruiken voor de schooldag.

  • Een timer gebruiken.

  • Leerlingen helpen de benodigde tijd voor een opdracht in te schatten.

  • Modelleren en maken van een weekplan.

  • Hang het plan van de dag aan de muur.

  • Gebruik planners om prioriteiten te stellen bij het werk.

  • Maak de schooltas samen in de klas.
     

planner.png
Image by Laura Ockel
bottom of page